Eubranchus pallidus (Alder & Hancock, 1842) Bleke knuppelslak
Kenmerken | Rhinophoren en mondtentakels hebben vaak een witte pigmentatie. Om de rhinophoren bevindt zich een bruine band. |
---|---|
Kleur | Zeer variabel, doorzichtig tot bruin/grijs. |
Voorkomen | Oosterschelde. |
Voedsel | Hydroïdpoliepen o.a. Obelia en Laomedea. |
Voortplanting | Hermafrodiet. |
Grootte | Tot 3 cm. |
Dit kleine slakje is in de lente en de zomer te vinden op zijn voedselbron.